De geur van hooi
Melken, hooien, inkuilen, grasmaaien – ogenschijnlijk is er op het boerenbedrijf door de eeuwen heen weinig veranderd. In De geur van hooi vertel ik aan de hand van het levensverhaal van Friese veeboer Siebe Peenstra (1923–2019) over de grote ontwikkelingen in de landbouw van de twintigste eeuw. Niet alleen het boerenleven speelt een hoofdrol in het boek, het ingrijpend gewijzigde landschap komt ook onvermijdelijk aan bod.
Oerstoer – over de wolharige mammoet en de rest
Zo’n twaalfduizend jaar geleden graasden er grote dieren in ons land én op de plek waar nu de Noordzee ligt. Vandaag de dag worden er nog steeds stapels botten gevonden. Bijna alle oerstoere dieren uit die tijd zijn van de aardbodem verdwenen. Uitgestorven. Maar waardoor? En waarom overleefden andere dieren de ijstijd wel? Hoe leefden ze, hoe zagen ze eruit en hoe leefden onze verre voorouders tussen deze wonderlijke dieren?
Alstublieft, mevrouw!
Twaalf uur per dag werken, zes en halve dag per week. Dat was het lot van duizenden meisjes die vanaf hun dertiende, niet langer leerplichtig, ergens gingen werken als meisje voor dag en dacht. Schoenen poetsen, sokken breien, koeien melken, kachels schoonmaken en zilver poetsen, het is maar een greep uit de vele werkzaamheden die ze verrichtten.